Pensbestendige choline draagt bij aan een efficiënte en duurzame melkveehouderij

Gepubliceerd op 24-11-2022 - Geschreven door Kemin

Diergezondheid heeft een grote impact op productie-efficiëntie wat belangrijk is voor de 3 pijlers van duurzaamheid. Problemen met diergezondheid zorgen niet enkel voor een lagere productiviteit, maar ook voor een groter verbruik van kostbare bronnen zoals water, voer en arbeid. Daarom moet het optimaliseren van de algemene diergezondheid gezien worden als een minimale vereiste bij het streven naar een betere duurzaamheid van de melkveehouderij.

De manier bij uitstek voor het verbeteren van de diergezondheid is het aanpakken van metabole problemen rondom afkalven, beter bekend als de cruciale transitieperiode. Koeien beter ondersteunen om deze transitieperiode op een gezonde en veilige manier door te komen vertaalt zich in een vlotte opstart van de lactatieperiode. Alle gekende uitdagingen tijdens die transitieperiode kunt u mits een goede aanpak ombuigen tot nieuwe opportuniteiten voor het verbeteren van uw bedrijfsresultaat.

 

Impact van metabole problemen op de technische prestaties

Een praktijkstudie van Carvalho et al. (2019) toonde duidelijk aan dat koeien die gedurende de eerste drie weken na afkalven één of ander metabool probleem hadden uiteindelijk 357 kg minder melk produceerden gedurende de ganse lactatie. Wanneer koeien af te rekenen kregen met meer dan één metabool probleem, gaven ze finaal zelfs tot 703 kg melk minder gedurende die lactatie. Verder zag de studie ook een negatief effect op de vruchtbaarheid. Het aantal dagen open en het bevruchtingspercentage waren significant lager (P<0.01) wanneer koeien metabole problemen gekend hadden, wat finaal resulteerde in een hogere gedwongen afvoer.Voor meer info over de effecten van een suboptimale gezondheid tijdens de transitieperiode, lees blog 2.

Veel metabole problemen kunnen worden gelinkt aan de negatieve energiebalans tijdens de eerste weken na afkalven. Tijdens de lactatiepiek is een koe genoodzaakt haar lichaamsreserves aan te spreken om aan de hoge vraag naar energie voor melkproductie te voldoen. Een typisch gevolg hiervan is klinische en subklinische slepende melkziekte of ketose, lees ook blog 3. Een recente meta-analyse (Loiklung et al., 2022) van 27 eerdere publicaties wees opnieuw op de ernst en relevantie van dit probleem. Afhankelijk van de studie testte 9.6 tot wel 63.6% van de koeien positief op slepende melkziekte tijdens de transitieperiode. Een andere studie (Suthar et al., 2013) concludeerde dat de prevalentie van subklinische ketose doorheen Europa 23.6% was, wat tevens kon worden gelinkt aan een hoger risico op baarmoederontsteking, klinische ketose en lebmaagdraaiingen.

 

Oorzaak van het probleem en de oplossing

Subklinische ketose ontstaat wanneer de lever niet meer in staat is om de vrije vetzuren die de koe uit de lichaamsreserves vrijstelt, om te zetten naar energie (ATP). Dit resulteert in de aanmaak van schadelijke ketolichamen zoals betahydroxyboterzuur (BHB). De best mogelijke manier om dit te vermijden is het afvoeren van het overschot aan vrije vetzuren uit de lever in de vorm van ‘very low density lipoproteins’ (VLDL). Herkauwers hebben echter van nature een zeer laag vermogen om voldoende VLDL te produceren. De aanmaak van VLDL stimuleren is mogelijk dankzij het voeren van pensbestendige choline. Verschillende wetenschappelijke onderzoeken toonden aan dat dankzij het voeren van pensbestendige choline de hoeveelheid vet in de lever duidelijk verminderd kon worden (Elek et al., 2013, Santos & Lima, 2009, Zom et al., 2011, Cooke et al., 2007, Piepenbrink & Overton, 2003). Naast VLDL heeft het energiemetabolisme voor de omzetting van vrije vetzuren naar energie ook nood aan voldoende carnitine. Bij onderzoek bleek dat choline ook de aanmaak van carnitine kan verhogen (Coleman et al. 2019). Meer info over hoe choline een gezonde leverwerking ondersteunt leest u in blog 4.

 

Een uitgebreide meta-analyse (Arshad et al., 2020) vatte 21 onderzoeken omtrent de supplementatie van pensbestendige choline samen en kwam tot de conclusie dat de productie van meetmelk met 1.7 kg per dag steeg. Dit resulteerde tevens in een significante stijging van de voerefficiëntie. Blog 6 gaat hier dieper op in. Echter om pensbestendige choline bij herkauwers op een efficiënte manier te voeren, dient men steeds rekening te houden met het gehalte aan biobeschikbare choline per kg product. Dit bekent dat het product enerzijds voldoende pensbestendig moet zijn maar tegelijk ook goed opneembaar op darmniveau! CholiGEMTM, de nieuwste generatie pensbestendige choline van Kemin Europa N.V., bevat het hoogste gehalte aan biobeschikbare choline op de markt!

 

CholiGEM,  de hoogste concentratie aan biobeschikbare choline

Het unieke C³ model dat door wetenschappers bij Kemin ontwikkeld werd, resulteert in het product met de hoogste concentratie aan biobeschikbare choline op de markt. Het C³ model bestaat uit 3 belangrijke pijlers: Concentratie, Core en Coating. CholiGEM bevat 60% choline chloride in een pensbestendige vorm die door onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek gevalideerd werd. Kemin ontwikkelde hiervoor zijn eigen specifieke choline-kern als basis voor de CholiGEM. Vervolgens zorgt een goed gebalanceerde coating ervoor dat het product net voldoende wordt beschermd tegen pensafbraak, maar toch nog voldoende darmverteerbaarheid garandeert. De combinatie van een hoge concentratie en hoge biobeschikbaarheid leiden tot de conclusie dat CholiGEM per kg product het meest choline bevat dat door de koe benut kan worden. Meer info over wat CholiGEM voor u kan betekenen, blog 5.

 

Praktijkvalidatie

Het positieve effect op de technische prestaties van koeien bij het inzetten van CholiGEM werd opnieuw bevestigd bij twee recente praktijkproeven in België. Bij het eerste bedrijf werd CholiGEM gedurende een volledig kalenderjaar ingezet tijdens de eerste 60 dagen na afkalven bij de helft van de koeien. Koeien die CholiGEM kregen tijdens de opstart van de lactatie produceerden gedurende de ganse lactatie dagelijks gemiddeld 1.6 kg meer meetmelk ten opzichte van de controlegroep. Onderstaande figuur toont duidelijk aan dat koeien nagenoeg de volledige lactatie hun hogere productieniveaus konden blijven aanhouden, ondanks het stoppen van de supplementatie van CholiGEM na 60 dagen.  

Een tweede praktijkproef tevens in België bestudeerde het inzetten van CholiGEM in gepelleteerd voer vanaf 14 dagen voor afkalven tot en met 40 dagen na afkalven. Gedurende de eerste 40 dagen na afkalven produceerden de koeien met CholiGEM gemiddeld 1.3 kg meer meetmelk. En opnieuw werd een carry-over effect aangetoond nadat de supplementatie werd stopgezet. Door het grote aantal dieren in de proef (n=120) was het ook mogelijk het effect op de vruchtbaarheid en gezondheid te analyseren. Op vlak van ketose werden tijdens de supplementatie met CholiGEM geen klinische gevallen meer vastgesteld terwijl dit in de controlegroep nog bij 13% van de koeien het geval was. Dit resulteerde in een sterke verbetering van de vruchtbaarheid. Koeien die CholiGEM kregen, hadden gemiddeld 55 dagen minder nodig om drachtig te worden (zie Figuur 3), met 24% minder inseminaties per dracht. 

Tot slot kunnen we concluderen dat mits het selecteren van een goede en betrouwbare bron van pensbestendige choline, dit een zeer waardevolle preventieve strategie is voor het aanpakken van de uitdagingen waarmee de transitieperiode onvermijdelijk gepaard gaat.

Interesse in meer informatie? Bezoek onze algemene website, vind meer blogs hier of contacteer indien je vragen hebt.