Close-up periode ideaal voor de preventie van kalfsziekte

Gepubliceerd op 27-12-2022 - Geschreven door Kemin

De laatste weken voor afkalven gaan gepaard met grote veranderingen voor de koe. De drogestofopname zakt terwijl de behoeftes net stijgen. Een aangepast close-up rantsoen is daarom aangewezen. Deze periode is ook het ideale moment voor een preventieve aanpak kalfsziekte.

Men spreekt van kalfsziekte of hypocalcemie wanneer het Ca-niveau in het bloed van de koeien te laag wordt. Dit probleem doet zich typisch voor de dagen net na afkalven wanneer de behoefte aan Ca heel snel stijgt voor de productie van biest en melk, maar het dier niet voldoende Ca kan opnemen via het voer of vrijmaken uit haar beenderen. Klinische kalfsziekte wordt gekenmerkt door typische symptomen zoals koorts, spierrillingen en Downer koeien. Maar minstens even belangrijk en veel moeilijker zichtbaar is subklinische kalfsziekte waarbij de koeien nog geen duidelijke symptomen voor de veehouder vertonen, maar wel degelijk al negatieve gevolgen ervaren van een te laag Ca-niveau in het bloed.

Onderzoek naar kalfsziekte

Uit de analyse van Reinhardt et al. (2011) bleek dat gemiddeld zo’n 4.2% van alle koeien aan klinische kalfsziekte leed na afkalven. Verrassender voor velen is dat daarnaast maar liefst 37.5% van de dieren, vooral oudere dieren, na afkalven subklinische kalfsziekte doormaakten! Ook Venjakob et al. (2017) kwamen in Duitsland tot een gelijkaardige conclusie (gemiddeld 37.9% leed aan subklinische kalfsziekte in de dagen net na afkalven). Negatieve gevolgen van subklinische kalfsziekte zijn onder andere een lagere piekmelkproductie en een grotere kans op andere metabole aandoeningen zoals ophouden van de nageboorte en metritis (o.a. Goff, 2008; Martinez et al., 2012; Martinez et al., 2014; Selfi & Kia, 2017).

Figuur: Prevalentie van klinische en subklinische kalfsziekte, uitgedrukt per lactatienummer (Reinhardt et al., 2011).

Een cruciale focus op de close-up periode

De reden waarom koeien met een Ca-tekort zitten net na afkalven is omdat het activeren van het calciummetabolisme enkele uren duurt. Daarom is de close-up periode ideaal om de absorptie van Ca uit het voer en beenderen al voor afkalven te stimuleren. Dit kan het best door het correct aanpassen van de kation-anionbalans van het close-up rantsoen.

Rantsoenen met een negatieve kation-anionbalans (KAB), dus meer anionen (Cl en S) tov kationen (Na en K), zorgen voor een pH verlaging van het bloed. Dit activeert op zijn beurt het parathyroïd hormoon wat zorgt voor meer absorptie van Ca uit het voer en een grotere Ca-excretie via de urine. Dieren die minimaal 3 weken een anionisch rantsoen gevoerd kregen, zijn daarom optimaal voorbereid om net na afkalven op een snelle manier zoveel mogelijk Ca vrij te maken voor biest- en melkproductie.

Leer in onze blog hoe een close-up rantsoen aan te passen voor een optimale preventie van subklinische kalfsziekte.

Meer info over hoe een negatieve KAB tijdens de close-up periode voor een vlotte opstart van de lactatie kan zorgen vind je in het webinar van prof. Phil Cardoso.